Schaalmodel van type 124.001


Locomotief 123.083 keerde na anderhalf jaar dienst terug naar de constructeur, om uitgerust te worden
met volledig opgehangen motoren en een elastische overbrenging type “G” van ACEC.
Na deze aanpassing werd de loc vernummerd naar 124.001, die uniek zou zijn in zijn genre, en daarbij
toegewezen werd aan de onderhoudswerkplaats van Brussel-Zuid.
In het kader van de ontwikkeling van een Co'Co' locomotief, de latere reeks 20, die onder vier spanningen
kon rijden, uitgerust met een thyristorsturing en die een vermogen van 7000pk zou kunnen ontwikkelen,
werd er na een overeenkomst tussen de NMBS, BN en ACEC in 1968 beslist om bij wijze van test aan één
zijde op het front van de locomotief verschillende aerodynamische opzetfronten te testen en de twee
ACEC stroomafnemers werden vervangen door drie Faiveley stroomafnemers.
In juni 1969 reed de 124.001 met deze aanpassingen tussen Landegem en Aalter testritten waarbij
snelheden tussen de 160 en 200Km/h werden gehaald, met een uitschieter tot 206Km/h.
Tijdens deze testperiode werd de locomotief toegewezen aan de onderhoudswerkplaats van Oostende.
In 1974 werd deze locomotief, die ondertussen het nummer 2401 droeg, terug toegewezen aan de
serie 23 met het nummer 2383, waarbij de Faiveley stroomafnemers terug werden vervangen door
ACEC stroomafnemers.
In juni 1984 werd hij aangepast met grotere bufferplaten om als opdruklocomotief te worden ingezet op
de hellingrijke lijn tussen Luik-Guillemins en ANS. Hij werd daarbij toegewezen aan de
onderhoudswerkplaats van Kinkempois. Eind mei 1999 werd hij uit deze dienst teruggetrokken ten
voordelen van de locomotieven 2249 en 2250.
Vanaf dan werd de 2383 desondanks zijn her-toewijzing aan de onderhoudswerkplaats van Oostende
ingezet voor de tractie van klassieke treinen, zoals al zijn zustergenoten van dezelfde reeks.